De ware eredienst
1De Heer zegt:
‘Roep zo luid je kunt,
demp je stem niet,
laat hem klinken als een ramshoorn!
Maak iedereen bekend:
Mijn volk, nakomelingen van Jakob,
je bent opstandig,
je overtreedt mijn wet.
2Dag aan dag
komen jullie mij opzoeken,
wensen jullie te horen wat ik wil.
Je vraagt om rechtvaardige wetten
en wilt graag dicht bij mij zijn.
Alsof jullie doen wat recht is,
alsof jullie mijn wetten nakomen!
3Jullie zeggen:
Waarom zouden we vasten?
Hij ziet het toch niet!
Waarom onszelf kwellen?
Hij schenkt er toch geen aandacht aan!
Maar ik zeg:
Op vastendagen ben je uit op winst,
je jaagt je arbeiders op.
4Je vasten ontaardt in ruzie en onenigheid,
loopt uit op handgemeen.
Als je zo vast,
dringt je gebed niet tot mij door.
5Jezelf kwellen,
het hoofd laten hangen als een riet,
in boetekleren op de grond zitten,
noemen jullie dat vasten?
Alsof ik zoiets zou willen,
alsof ik daarin genoegen heb!
6Nee, als jullie vasten, vast dan zo:
maak de strakke banden los,
verwijder het knellende juk,
laat slaven in vrijheid gaan,
bestrijd elke vorm van onderdrukking.
7Deel je brood met wie honger lijdt,
haal armen en daklozen in huis,
geef kleren aan wie naakt is,
onttrek je niet aan de zorg voor je naaste.
8Dan zul je stralen als de morgenzon.
Bij ziekte zul je snel herstellen.
Je goede werken zullen voor je uitgaan,
en ik zal je dekken in de rug
met al mijn majesteit.
9Als je roept, geef ik antwoord;
schreeuw je om hulp, ik ben er.
Maak een eind aan onderdrukking,
aan beschuldigingen en lasterpraat.
10Deel met wie honger lijdt,
geef hem wat je zelf graag wilt.
Geef volop aan wie tekort komt.
Dan breekt in donkere tijden
de zon voor je door;
is het duister om je heen,
dan wordt het helder als de dag.
11Ik, de Heer, zal je leiden,
steeds weer opnieuw.
In dorre streken les ik je dorst,
ik schenk je nieuwe levenskracht.
Je zult zijn als een rijk besproeide tuin,
als een niet opdrogende waterbron.
12Eeuwenoude puinhopen zul je herstellen,
je zult bouwen op fundamenten,
stammend uit onheuglijke tijden.
Ze zullen je noemen:
Volk dat bressen dicht,
wegen weer begaanbaar maakt.
13Maak geen inbreuk op de sabbat,
drijf dan geen handel.
Die dag is aan mij gewijd.
Noem hem: Vreugdedag,
een heilige dag ter ere van mij.
Staak je dagelijkse bezigheden,
wees niet uit op winst,
doe geen zaken.
14Dan zul je vreugde aan mij beleven.
Het land dat ik Jakob in eigendom gaf,
breng ik weer in jullie macht,
je zult er volop genieten.
Ik, de Heer, heb gesproken.’