1Vele jaren waren er voorbijgegaan sinds de Heer de Israëlieten veilige grenzen had gegeven, zodat geen enkele vijand hen nog bedreigde. Jozua was erg oud geworden. Hij riep 2daarom de Israëlieten bijeen, de leiders, familiehoofden, rechters en opzichters. Hij zei tegen hen: ‘Ik ben nu erg oud geworden. 3Jullie hebben ervaren wat de Heer, je God, voor jullie heeft gedaan. Hoe hij al deze volken heeft behandeld. Hijzelf heeft voor jullie gestreden. 4Het gebied van de overgebleven volken en van de volken die ik vernietigd heb, heb ik onder jullie stammen verdeeld, van de Jordaan in het oosten tot de Middellandse Zee in het westen. 5Hun land zullen jullie in bezit nemen, zoals de Heer, je God, heeft beloofd. Want hijzelf jaagt hen voor jullie uit het land weg. 6Houd je vastberaden aan alles wat in de wet van Mozes staat geschreven. Wijk daar geen duimbreed vanaf. 7Laat je niet in met die overgebleven volken. Roep hun goden niet aan. Zweer niet bij zulke goden, vereer ze niet, kniel niet voor ze neer. 8Blijf trouw aan de Heer, je God, zoals je tot nu toe deed. 9Grote, machtige volken heeft de Heer voor jullie verjaagd. Geen vijand heeft het nog tegen jullie kunnen opnemen. 10Elk van jullie eigen mannen joeg wel duizend vijanden op de vlucht. Want de Heer kwam zijn belofte na, hijzelf streed voor jullie. 11Wees er voortdurend op bedacht de Heer, je God, lief te hebben. 12Keer je niet van hem af. Sluit je niet aan bij de overgebleven volken. Sluit geen huwelijken met hen. Want als jullie je met hen verbinden, 13weet dan wel dat de Heer, je God, hen niet langer voor jullie verjagen zal. En die volken zullen je tot een valstrik worden, ze zullen je pijnigen als zweepslagen en dorens, tot niemand van jullie meer in leven is in dit goede land dat de Heer, je God, jullie heeft gegeven. 14Ik heb nu nog maar korte tijd te leven. Alles wat de Heer jullie heeft beloofd, is in vervulling gegaan, niets uitgezonderd. Dat moeten jullie volmondig erkennen. 15Jullie hebben ervaren dat hij zijn beloften nakomt. Maar als hij rampen aankondigt, zul je die ook ervaren! Hij zal dan niet rusten voor jullie voorgoed zijn verdwenen uit dit goede land dat hij heeft gegeven. 16Als jullie het verbond dat hij heeft opgelegd, verbreken en andere goden vereren en voor ze neerknielen, zal zijn woede losbarsten. Al snel zal dan in dit goede land niemand van jullie meer in leven zijn.’