Gods koning
1Voor de voorzanger.
Een bruiloftslied uit de kring van Korach.
Op de wijs van het lied ‘De lelies’.
2In mij wellen de woorden op,
de verzen voor mijn koning.
Als een vaardige pen
is de tong in mijn mond.
3Uw schoonheid is onovertroffen,
grote bekoring gaat er van u uit:
op u rust Gods zegen
voor altijd.
4Dappere strijder,
gord uw zwaard om,
5ruk in volle wapenrusting uit.
Want het gaat om een goede zaak,
om het recht van de armen.
U zult uw kracht tonen
en indrukwekkende daden verrichten.
6Scherp zijn uw pijlen,
zij doorboren het hart van uw vijanden;
volken vallen aan uw voeten neer.
7Vast staat uw troon,
als de troon van God,
voor altijd en eeuwig.
Recht is het kenmerk van uw heerschappij,
8rechtvaardigheid gaat u boven alles,
u haat onrecht.
De Heer, uw God, heeft u verkozen
boven alle andere prinsen
en vreugde en geluk over u uitgegoten
als geurige olijfolie.
9Uw kleren ruiken naar de heerlijkste kruiden,
naar mirre, aloë en kassie.
Uit de ivoren zalen van uw paleis
klinkt de prachtigste muziek.
10Prinsessen staan om u heen
in kostbare gewaden,
en aan uw zijde zetelt uw gemalin
in het fijnste goud.
11Prinses uit Tyrus,
wil naar mij luisteren!
Verbreek de banden met je volk,
vergeet je ouderlijk huis.
12Bied de koning je schoonheid aan,
hij is je meester,
buig je voor hem!
13De rijksten van het land
zullen dingen naar je gunst,
je hun geschenken brengen.
14In vol ornaat,
in goudbrokaat gekleed,
treedt de prinses naar binnen.
15Men leidt haar voor de koning,
meisjes in haar gevolg.
16Met gejuich worden zij ingehaald,
met vreugde in het paleis ontvangen.
17Majesteit,
zonen zullen uw geslacht voortzetten,
u zult hen aanstellen tot bestuurders,
over heel de wereld.
18Uw roem zal ik verkondigen,
altijd weer,
alle volken zullen u eer bewijzen
van geslacht op geslacht.