God is rechter
1Voor de voorzanger.
Op de wijs van het lied ‘Jaag mij niet de dood in’.
Een psalm uit de bundel van Asaf.
Een lied.
2God, wij eren u,
wij brengen u eer,
uw naam is altijd op onze lippen,
uw grote daden maken wij bekend.
3‘Ik bepaal het tijdstip,’ zegt God,
‘het tijdstip waarop ik zal rechtspreken.
4Al trilt de aarde,
al beven haar bewoners,
ik ben het
die de aarde voor altijd grondvestte.
5Tegen hoogmoedigen zeg ik:
Wees niet trots!
Tegen wie van mij niet willen weten:
Verbeeld je niets.
6Ga niet prat op je daden
en spreek niet zo verwaand!’
7Hulp komt niet uit het oosten of het westen,
redding daagt niet op uit het zuiden.
8God is de rechter!
De een stoot hij omver,
de ander helpt hij overeind.
9In zijn hand houdt hij een beker,
gevuld met gekruide, gistende wijn.
Hij schenkt hem uit, tot de droesem toe.
En wie van de Heer niet wil weten,
moet hem drinken, tot op de bodem.
10En ik?
Nooit zal ik zwijgen,
altijd wil ik zingen
over de God van Jakob.
11Zijn vijanden stoot hij van hun voetstuk,
rechtvaardigen zet hij op de troon.