Gods liefde voor de mensen
1Wijs allen op de plicht zich te onderwerpen aan overheid en gezag. Ze moeten gehoorzamen en bereid zijn alles te doen wat goed is. 2Zeg dat ze van niemand kwaadspreken en met niemand ruzie zoeken, maar tegen alle mensen vriendelijk zijn en zachtmoedig. 3Want ook wij waren vroeger zonder inzicht en ongehoorzaam aan God; we waren op de verkeerde weg, we waren slaven van allerlei begeerten en lusten. We leefden in een sfeer van gemeenheid en afgunst; we waren gehaat en we haatten elkaar.
4Maar toen is de goedheid en de mensenliefde van God, onze redder, verschenen,
5niet omdat wij iets gedaan hadden dat ons kon rechtvaardigen,
maar omdat hij zo barmhartig is.
Hij heeft ons gered door het waterbad van de wedergeboorte
en door de vernieuwende kracht van de heilige Geest.
6Die Geest heeft hij overvloedig over ons uitgestort
door Jezus Christus, onze redder.
7Zo zijn we door zijn genade gerechtvaardigd
en erfgenamen geworden van het eeuwige leven waar we op hopen.
8Deze woorden zijn betrouwbaar.
Ik wil dat je deze zaken bijzonder benadrukt, zodat zij die tot het geloof in God gekomen zijn, zich ijverig toeleggen op goede daden. Dit alles is goed en de mensen hebben er baat bij. 9Maar laat je niet in met dwaze strijdvragen, geslachtslijsten, meningsverschillen en twisten over de wet. Dat alles is nutteloos en zinloos. 10Iemand die tweespalt veroorzaakt, moet je na een eerste en tweede waarschuwing links laten liggen. 11Je weet dat zo iemand op de verkeerde weg is en met zijn zonden zichzelf veroordeelt.
Laatste aanwijzingen
12Zodra ik Artemas of Tychikus naar je toe gestuurd heb, moet je zo vlug mogelijk bij me komen in Nikopolis. Ik heb namelijk besloten daar de winter door te brengen. 13Bereid de reis van Zenas, de rechtsgeleerde, en van Apollos zo goed mogelijk voor: ze moeten van alles zijn voorzien. 14Ook onze mensen moeten leren zich ijverig toe te leggen op het doen van het goede. Daarmee voorzien ze in alles wat nodig is en maken ze zich productief.
15De groeten van allen die bij me zijn. Groet onze vrienden in het geloof.
Gods genade zij met u allen.