1Verschaf mij recht, o God,
vecht voor mijn zaak.
Bescherm mij tegen
een liefdeloos volk, vol list en bedrog.
2U bent toch mijn God, mijn toevlucht,
waarom wijst u mij af,
waarom ga ik gehuld in het zwart,
door de vijand geplaagd?
3Zend uw licht en uw waarheid,
laten zij mij geleiden
en brengen naar uw heilige berg,
naar de plaats waar u woont.
4Dan zal ik naderen tot het altaar van God,
tot God, mijn hoogste vreugde.
Dan zal ik u loven bij de lier,
God, mijn God.
5Wat ben je bedroefd, mijn ziel,
en onrustig in mij.
Vestig je hoop op God,
eens zal ik hem weer loven,
mijn God die mij ziet en redt.
Uw browser ondersteunt geen HTML5 audio.