Woord vooraf
Door de Wet, de Profeten en de andere, latere geschriften is ons veel waardevols geschonken; vanwege deze boeken moet men Israël prijzen om zijn onderricht en wijsheid. Degenen die ze lezen moeten niet alleen zelf inzicht verwerven, maar als liefhebbers van studie ook anderen ten dienste staan, zowel in woord als geschrift. Daarom voelde mijn grootvader Jezus, die de Wet, de Profeten en de andere geschriften van onze voorouders diepgaand had bestudeerd en daarin een grondig inzicht had verworven, de drang om ook zelf iets te schrijven dat lering en wijsheid bevatte. Hij stelde zich ten doel dat liefhebbers van studie, eenmaal vertrouwd met zijn geschrift, nog meer volgens de wet zouden leven.
U wordt dus uitgenodigd dit geschrift met welwillende aandacht te lezen en er begrip voor te hebben als er passages zijn waarvan blijkt dat wij ze niet goed hebben weergegeven, ondanks de toewijding waarmee wij de vertaling hebben gemaakt. Want wanneer men uit het Hebreeuws vertaalt, kan de betekenis van het origineel niet volledig recht worden gedaan. Er is een niet gering verschil tussen de vertaling en het oorspronkelijke werk, niet alleen bij dit werk, maar ook bij de Wet zelf, de Profeten en de andere geschriften.
Toen ik mij in het achtendertigste regeringsjaar van koning Euergetes in Egypte vestigde, kwam ik daar in aanraking met voorbeelden van hoge geestelijke ontwikkeling. Ik vond het meer dan noodzakelijk dat ook ik daaraan iets zou bijdragen door dit boek ijverig en toegewijd te vertalen. Gedurende lange tijd heb ik dag en nacht gewerkt en al mijn kennis aangewend om het te voltooien en uit te geven, ook voor liefhebbers van studie in andere landen die bereid zijn zich in hun zedelijk handelen te richten op de wet.
Wijsheid komt van de Heer
1Alle wijsheid komt van de Heer
en is bij Hem tot in eeuwigheid.
2De zandkorrels bij de zee, de druppels van de regen
en de dagen van de eeuwigheid, wie kan ze tellen?
3De hoogte van de hemel, de breedte van de aarde,
de oervloed en de wijsheid, wie kan ze meten?
4De wijsheid is vóór alles geschapen,
inzicht en begrip bestonden al voor de tijd begon.
5De bron van de wijsheid is het woord van God in de hoogste hemel,
haar wegen zijn de eeuwige geboden.
6De wortel van de wijsheid, voor wie werd hij blootgelegd,
haar diep doordachte daden, wie kent ze?
7De kennis van de wijsheid, aan wie werd ze geopenbaard,
haar schat aan ervaring, wie heeft die ontdekt?
8Slechts één is wijs en ontzagwekkend:
Hij die zit op zijn troon.
9De Heer zelf heeft de wijsheid geschapen,
Hij heeft haar gezien en uitgemeten,
haar over heel zijn schepping uitgestort.
10Al wat leeft heeft Hij in haar laten delen,
en Hij schenkt haar aan wie Hem liefheeft.
De liefde voor de Heer is eerbiedwaardige wijsheid,
degenen aan wie Hij zich kenbaar maakt, delen erin
zodat ze Hem kunnen zien.
Wijsheid is ontzag voor de Heer
11Ontzag voor de Heer brengt eer en roem,
vreugde en een feestelijke krans.
12Ontzag voor de Heer verkwikt het hart,
geeft vreugde, blijdschap en een lang leven.
Ontzag voor de Heer is een gave van de Heer,
het baant de weg naar de liefde.
13Wie ontzag heeft voor de Heer, zal een goed einde hebben,
op de dag van zijn dood wordt hij gezegend.
14Het begin van de wijsheid is ontzag voor de Heer,
wie op Hem vertrouwt, kreeg haar ingeschapen in de moederschoot.
15Ze heeft bij de mensen een eeuwig fundament gelegd,
ze wordt ook hun nageslacht toevertrouwd.
16De voltooiing van de wijsheid is ontzag voor de Heer,
ze verzadigt de mensen met haar vruchten.
17Heel hun huis vult zij met haar kostbaarheden,
hun schuren met hetgeen zij voortbrengt.
18De krans van de wijsheid is ontzag voor de Heer,
vrede en gezondheid bloeien erdoor op.
Ontzag voor de Heer en wijsheid
zijn beide een geschenk van God dat vrede brengt.
Wie Hem liefheeft, ziet zijn roem vermeerderen;
19Hij heeft de wijsheid gezien en uitgemeten.
Kennis en inzicht laat ze neerdalen als regen,
van wie haar bezitten verhoogt ze de eer.
20De wortel van de wijsheid is ontzag voor de Heer,
haar takken zijn een lang leven.
21Ontzag voor de Heer doet zonden teniet,
waar dit ontzag is, wordt alle woede afgewend.
22Onterechte razernij is niet te rechtvaardigen;
wie zich door woede laat meeslepen, komt ten val.
23Wie geduldig is, beheerst zich zolang het nodig is,
totdat vreugde voor hem opbloeit.
24Hij houdt zijn woorden voor zich zolang het nodig is,
en velen zullen van zijn inzicht spreken.
25De schatkamers van de wijsheid bevatten diepzinnige spreuken,
maar eerbied voor God is de zondaar een gruwel.
26Verlang je naar wijsheid, leef dan de geboden na,
en de Heer zal je haar schenken.
27Ontzag voor de Heer bestaat uit wijsheid en vorming,
trouw en zachtmoedigheid zijn Hem welgevallig.
28Heb altijd ontzag voor de Heer,
benader Hem niet dubbelhartig.
29Voer geen spel op tegenover de mensen
en let op je woorden.
30Zet jezelf niet op een voetstuk,
je zou kunnen vallen en jezelf te schande maken.
Dan onthult de Heer je heimelijke daden
en vernedert je te midden van de gemeenschap,
omdat je Hem niet vol ontzag benaderd hebt
en je hart vol bedrog is.