Heer, kom weer bij ons wonen
1Voor de voorzanger.
Een psalm uit de kring van Korach.
2Heer, u was begaan met uw land,
u hebt Israëls lot ten goede gekeerd.
3U hebt uw volk zijn fouten vergeven,
ze met de mantel der liefde bedekt.
4Uw woede hebt u laten varen,
u koesterde niet langer wrok.
5God, onze bevrijder,
herstel ons ook nu in ere,
wees niet langer woedend.
6Waarom blijft u kwaad op ons,
komt er nooit een eind aan uw wrok?
7Breng ons, uw volk, weer tot leven,
dan kunnen we juichen om u.
8Heer, toon ons uw liefde,
kom ons bevrijden.
9Ik wil luisteren naar God, de Heer,
naar wat hij te zeggen heeft.
Want hij spreekt van vrede
voor zijn volk, zijn gunstelingen,
als zij zich niet als dwazen gedragen.
10Wie ontzag voor hem tonen,
komt hij bevrijden;
hij laat hen niet wachten.
In al zijn majesteit
komt hij wonen in ons land.
11Dan gaan liefde en trouw hand in hand,
recht en vrede strengelen zich ineen,
12trouw bloeit op uit de aarde
en recht daalt neer uit de hemel.
13Ja, de Heer zal ons voorspoed geven,
het land levert een rijke oogst.
14Het recht gaat voor de Heer uit,
het effent voor hem de weg.