Opwekking tot heilig leven
1Verder, broeders, vragen wij u en roepen wij u er in de Heere Jezus toe op, dat u, zoals u van ons ontvangen hebt hoe u moet wandelen en God behagen, daarin nog meer overvloedig wordt.
2Want u weet welke bevelen wij u gegeven hebben op gezag van de Heere Jezus.
3Want dit is de wil van God: uw heiliging, dat u uzelf onthoudt van de ontucht,
4en dat ieder van u zijn lichaam weet te bezitten in heiliging en eerbaarheid,
5en niet in hartstochtelijke begeerte, zoals de heidenen, die God niet kennen.
6Laat niemand over zijn broeder heen lopen en hem bedriegen door zijn handelwijze, want de Heere is een Wreker van dit alles, zoals wij u ook van tevoren gezegd en bezworen hebben.
7Want God heeft ons niet geroepen tot onreinheid, maar tot leven in heiliging.
8Daarom, wie dit verwerpt, verwerpt niet een mens, maar God, Die ook Zijn Heilige Geest in ons heeft gegeven.
Opwekking tot onderlinge liefde
9Wat nu de broederliefde betreft, hebt u het niet nodig dat ik u schrijf, want u bent zelf door God onderwezen om elkaar lief te hebben.
10Want u doet dat ook ten opzichte van alle broeders die in heel Macedonië zijn. Wij roepen u er echter toe op, broeders, dat nog veel meer te doen,
11en er een eer in te stellen rustig te zijn en uw eigen zaken te behartigen en te werken met uw eigen handen, zoals wij u bevolen hebben,
12opdat u op een gepaste wijze wandelt ten opzichte van hen die buitenstaan, en niets nodig hebt.
De opstanding bij Christus' wederkomst
13Maar ik wil niet, broeders, dat u onwetend bent ten aanzien van hen die ontslapen zijn, opdat u niet bedroefd bent zoals ook de anderen, die geen hoop hebben.
14Want als wij geloven dat Jezus gestorven en opgestaan is, zal ook God op dezelfde wijze hen die in Jezus ontslapen zijn, terugbrengen met Hem.
15Want dit zeggen wij u met een woord van de Heere, dat wij die levend zullen overblijven tot de komst van de Heere, de ontslapenen beslist niet zullen voorgaan.
16Want de Heere Zelf zal met een geroep, met de stem van een aartsengel en met een bazuin van God neerdalen uit de hemel. En de doden die in Christus zijn, zullen eerst opstaan.
17Daarna zullen wij, de levenden die overgebleven zijn, samen met hen opgenomen worden in de wolken, naar een ontmoeting met de Heere in de lucht. En zo zullen wij altijd bij de Heere zijn.
18Zo dan, troost elkaar met deze woorden.