Een nieuw verbond
1Dit zegt de Heer:
‘Heb je dorst?
Kom toch bij mij!
Hier is water.
Kom,
ook al heb je geen geld.
Koop koren en eet!
Kom!
Koop wijn en melk,
het kost je niets.
2Waarom geld uitgeven
aan brood dat geen brood is?
Waarom moeite doen
voor iets dat niet bevredigen kan?
Schenk aandacht aan mijn woorden.
Eet wat voedzaam is,
geniet ervan, met volle teugen!
3Kom bij mij en luister;
als je luistert, zul je leven.
Mijn volk, ik sluit met jullie een verbond,
een verbond, niet te verbreken,
duurzaam als mijn trouw aan David.
4Hem stelde ik aan
als vorst en heerser over volken,
om van mij te getuigen.
5Nu is het jullie beurt:
je zult volken ontbieden
die je niet kent;
en volken die jou niet kennen,
komen haastig naar je toe.
Want ik heb je groot aanzien gegeven,
ik, de Heer, je God,
de heilige God van Israël.’
6Zoek je toevlucht bij de Heer;
nu laat hij zich vinden.
Roep zijn hulp in;
nu is hij dichtbij.
7Geef je boze plannen op,
breek met je slechte leven,
keer terug bij de Heer, onze God.
Dan zal hij zich over je ontfermen,
want hij vergeeft ruimschoots.
8Dit zegt de Heer:
‘Jullie plannen zijn niet de mijne,
ik ga andere wegen dan jullie.
9Zoals de hemel uitreikt boven de aarde,
zo ook gaan mijn wegen
jullie wegen te boven,
zo ook overtreffen mijn plannen
die van jullie.
10Regen en sneeuw komen neer uit de hemel
en keren pas terug
als zij de aarde doordrenkt
en de grond bevrucht hebben.
Dan komt er zaad om te zaaien
en brood om te eten.
11Zo is het ook met het woord
dat mijn mond verlaat.
Het keert pas terug
als het zijn doel heeft bereikt,
mijn wil heeft uitgevoerd,
zijn taak heeft volbracht.’
12Blij zullen jullie uit Babel weggaan,
veilig naar huis worden teruggebracht.
Wanneer jullie weerkeren,
breken bergen en heuvels uit in gejuich,
klappen bomen in de handen,
13maken doornen plaats voor cipressen
en distels voor mirten.
Je terugkeer maakt de Heer voor eeuwig beroemd.
Je thuiskomst is een blijvend gedenkteken!