Keer u niet voorgoed van ons af!
1Voor de voorzanger.
Een lied. Uit de kring van Korach.
2God,
wij hebben het zelf gehoord,
het is ons verteld van vader op zoon:
u hebt iets groots verricht
in die lang vervlogen dagen.
3Volken hebt u verdreven,
hun macht gebroken,
aan onze voorouders gaf u het land,
hen maakte u sterk.
4Niet aan hun wapens dankten zij de verovering,
niet aan eigen kracht de overwinning,
maar aan uw ingrijpen, aan uw tussenkomst,
aan uw liefde voor hen.
5God, u bent toch mijn koning,
u brengt uw volk toch de overwinning.
6Met uw hulp stoten wij onze tegenstanders neer,
met uw hulp verpletteren wij onze vijanden.
7Ik vertrouw niet op mijn boog,
mijn zwaard zal mij niet redden.
8U bevrijdt ons van onze tegenstanders,
u stelt onze vijanden aan de kaak.
9U brengen wij onze hulde, de hele dag;
u bewijzen wij eer, zonder ophouden.
10Maar nu hebt u ons verstoten:
u voerde onze troepen niet aan,
we leden een schandelijke nederlaag.
11Voor onze vijanden moesten we wijken,
ze plunderden ons helemaal uit.
12U deed ons van de hand als slachtvee,
naar vreemde volken voerde u ons weg.
13U verkocht uw volk voor een spotprijs,
winst leverde het u niet op.
14Wij zijn het mikpunt van spot,
het voorwerp van hoon en smaad.
15Onze schande is spreekwoordelijk!
De mensen schudden om ons het hoofd.
16Heel de dag door
ben ik me deze schande bewust.
Het schaamrood stijgt me naar de kaken
17bij hun beledigende woorden,
onder hun wraakzuchtige blikken.
18Ondanks alles vergaten wij u niet:
wij hebben uw verbond niet geschonden,
19wij pleegden geen verraad,
wij weken geen stap van de weg die u wees.
20Waarom heeft u ons dan verbannen
naar een oord waar jakhalzen huizen,
waarom ons met diepe duisternis omgeven?
21Als wij hadden vergeten dat u onze God was,
als wij ons tot een andere god hadden gewend,
22zou u dat toch ontdekt hebben!
U kent immers onze diepste geheimen.
23Om onze trouw aan u
zijn we voortdurend in levensgevaar,
om onze trouw aan u
worden we behandeld als slachtvee.
24Word wakker, Heer!
Waarom slaapt u?
Word toch wakker!
Verstoot ons niet voorgoed.
25Waarom wendt u zich af?
Bent u vergeten hoe wij lijden,
hoe wij worden onderdrukt?
26We liggen in het stof,
de buik op de grond.
27Kom ons te hulp,
bevrijd ons!
We doen een beroep op u,
op uw liefde voor ons.