De Heer biedt mij bescherming
1Voor de voorzanger.
Met begeleiding van schalmeien.
Een psalm uit de bundel van David.
2Geef mij gehoor, Heer,
sla acht op mijn zuchten.
3Luister naar mijn roepen om hulp,
mijn koning en mijn God,
want ik richt mij tot u.
4In de morgen al hoort u mij roepen,
in de morgen al leg ik alles aan u voor
en ik wacht op uw antwoord.
5Want u, u bent geen God
die zich verheugt in het kwaad,
u duldt geen misdadiger in uw huis.
6U verdraagt geen hoogmoedig mens,
u haat allen die kwaad doen.
7Leugenaars richt u te gronde,
u verafschuwt moordenaars en bedriegers.
8Maar ik, ik mag,
dankzij uw grote goedheid,
uw tempel binnengaan,
mij neerbuigen in uw heiligdom,
in diep ontzag voor u.
9Heer, ik word belaagd,
leid mij zoals u het wilt,
baan mij een weg.
10Wat mijn vijanden zeggen,
is niet te vertrouwen;
ze zijn door en door slecht.
Dood en verderf zaaien ze
met hun gladde tong.
11Laat ze ervoor boeten, God,
verstrik ze in hun eigen plannen.
Verstoot ze om hun vele misdaden,
want ze zijn in opstand tegen u.
12Verheugen zullen zich allen
die schuilen bij u,
aan hun gejuich komt geen einde,
omdat u hen beschermt.
Wie u beminnen,
uw naam in ere houden,
zullen u toejuichen.
13Heer, u zegent wie zich richt naar u,
liefdevol beschermt u hem, als een schild.