Verschijning van de Zon der gerechtigheid
1Want zie, die dag komt,
brandend als een oven.
Dan zullen alle hoogmoedigen
en allen die goddeloosheid doen, stoppels worden.
En de dag die komt, zal ze in vlam zetten,
zegt de HEERE van de legermachten,
Die van hen
wortel noch tak zal overlaten.
2Maar voor u die Mijn Naam vreest,
zal de Zon der gerechtigheid opgaan en onder Zijn vleugels zal genezing zijn;
en u zult naar buiten gaan en dartelen
als kalveren uit de stal.
3U zult de goddelozen vertrappen.
Voorzeker, stof zullen zij worden
onder uw voetzolen
op die dag die Ik bereiden zal,
zegt de HEERE van de legermachten.
4Denk aan de wet van Mozes, Mijn dienaar,
die Ik hem geboden heb
op Horeb voor heel Israël,
aan de verordeningen en de bepalingen.
5Zie, Ik zend tot u
de profeet Elia,
voordat de dag van de HEERE komt,
die grote en ontzagwekkende dag.
6Hij zal het hart van de vaders tot de kinderen terugbrengen,
en het hart van de kinderen tot hun vaders,
opdat Ik niet zal komen
en de aarde met de ban zal slaan.