1Een psalm van Asaf.
God staat in de vergadering van God,
Hij oordeelt te midden van de goden:
2Hoelang zult u onrechtvaardig oordelen
en de goddelozen bevoordelen? Sela
3Doe recht aan de geringe en de wees,
bewijs de ellendige en de arme gerechtigheid.
4Bevrijd de geringe en de arme,
ontruk hem aan de hand van de goddelozen.
5Zij weten niets en begrijpen niets,
zij wandelen steeds in de duisternis rond;
daarom wankelen alle fundamenten van de aarde.
6Ík heb wel gezegd: U bent goden,
u bent allen zonen van de Allerhoogste;
7toch zult u sterven als een mens,
zoals iedere andere vorst zult u vallen.
8Sta op, o God, oordeel de aarde,
want Ú bezit alle volken.
Uw browser ondersteunt geen HTML5 audio.